Vertaling van doelen

Inhoud:

Nederlands
Frans
doel (mv. doelen) [o], bedoeling [v], strekking [v], plan [o], toeleg [m], voornemen [o], zin [m] {zn.}
intention  [v] (l' ~)
propos  [m] (le ~)
dessein  [m] (le ~)
Dat was niet mijn bedoeling.
Ce n'était pas mon intention.
Het is niet mijn bedoeling om zelfzuchtig te zijn.
Il n'est pas dans mon intention d'être égoïste.
doel (mv. doelen) [o], doelstelling [v], doelwit [o], honk, wit {zn.}
but  [m] (le ~)
dessein  [m] (le ~)
Dit keer is Parijs mijn doel.
Cette fois, Paris est mon but.
Hij heeft maar een doel in het leven: geld verdienen.
Il n'a qu'un seul but dans la vie, gagner de l'argent.


Gerelateerd aan doelen

doel - bedoeling - strekking - plan - toeleg - voornemen - zin - doelstelling - doelwit - honk - wit