Vertaling van aanvuren

Inhoud:

Nederlands

aanvuren {ww.}

ik zal aanvuren
jij zult aanvuren
hij/zij/het zal aanvuren

ik zal aanvuren
jij zult aanvuren
hij/zij/het zal aanvuren
» meer vervoegingen van aanvuren

aanzetten, verlevendigen, aanwakkeren, aanvuren {ww.}

aanzetten
verlevendigen
aanwakkeren
aanvuren {ww.}

ik zal aanvuren
jij zult aanvuren
hij/zij/het zal aanvuren

ik zal aanzetten
jij zult aanzetten
hij/zij/het zal aanzetten
» meer vervoegingen van aanzetten

Hij kwam ook met alweer een andere twijfelachtige conclusie aanzetten.

stimuleren, zwepen, prikkelen, aanvuren, aansporen, aanporren {ww.}

stimuleren
zwepen
prikkelen
aanvuren
aansporen
aanporren {ww.}

ik zal aanporren
ik zou aanporren
jij zult aanporren

ik zal stimuleren
ik zou stimuleren
jij zult stimuleren
» meer vervoegingen van stimuleren

Naar aanleiding van de demografische gegevens was de regering genoodzaakt een beleid aan te nemen dat het geboortecijfer zou stimuleren.

zwepen, opwekken, aanvuren, aanwakkeren, aansporen {ww.}

zwepen
opwekken
aanvuren
aanwakkeren
aansporen {ww.}

ik zal aansporen
ik zou aansporen
jij zult aansporen

ik zal zwepen
ik zou zwepen
jij zult zwepen
» meer vervoegingen van zwepen

aanvuren {ww.}

ik zal aanvuren
jij zult aanvuren
hij/zij/het zal aanvuren

ik zal aanvuren
jij zult aanvuren
hij/zij/het zal aanvuren
» meer vervoegingen van aanvuren