Vertaling van aanwassen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
aanwassen, aangroeien {ww.}
aanwassen
aangroeien {ww.}

hij/zij/het zal aangroeien
zij zult aangroeien
hij/zij/het zal aangroeien

hij/zij/het zal aanwassen
zij zult aanwassen
hij/zij/het zal aanwassen
» meer vervoegingen van aanwassen

wassen, groeien, aanwassen, toenemen, gedijen {ww.}
wassen
groeien
aanwassen
toenemen
gedijen {ww.}

hij/zij/het zal aanwassen
zij zult aanwassen
hij/zij/het zal aanwassen

hij/zij/het zal wassen
zij zullen wassen
hij/zij/het zou wassen
» meer vervoegingen van wassen

Sinaasappels groeien in warme landen.
Sinaasappels groeien in warme landen.
Planten groeien snel na regen.
Planten groeien snel na regen.
aanwas [m] (de ~) {zn.}
aanwas [m] (de ~) {zn.}
vermeerdering [v] (de ~), stijging [v] (de ~), aanwas [m] (de ~), increment, accres, toename [v] (de ~) {zn.}
vermeerdering [v] (de ~)
stijging [v] (de ~)
aanwas [m] (de ~)
increment
accres
toename [v] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan aanwassen

aangroeien - wassen - groeien - toenemen - gedijen - aanwas - vermeerdering - stijging - increment - accres - toenametoenemen - aardbodem - verandering