Vertaling van gedijen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
bloeien, welvaren, vooruitkomen, tieren, gedijen, floreren {ww.}
bloeien
welvaren
vooruitkomen
tieren
gedijen
floreren {ww.}
welvaren
vooruitkomen
tieren
gedijen
floreren {ww.}
ik bloei
jij bloeit
hij/zij/het bloeit
ik bloei
jij bloeit
hij/zij/het bloeit
» meer vervoegingen van bloeien
Tulpen zullen snel bloeien.
Tulpen zullen snel bloeien.
wassen, groeien, aanwassen, toenemen, gedijen {ww.}
wassen
groeien
aanwassen
toenemen
gedijen {ww.}
groeien
aanwassen
toenemen
gedijen {ww.}
hij/zij/het wast aan
zij wassen aan
ik gedij
hij/zij/het wast
zij wassen
ik was
» meer vervoegingen van wassen
Sinaasappels groeien in warme landen.
Sinaasappels groeien in warme landen.
Planten groeien snel na regen.
Planten groeien snel na regen.
tieren, prospereren, welvaren, gedijen {ww.}
tieren
prospereren
welvaren
gedijen {ww.}
prospereren
welvaren
gedijen {ww.}
ik gedij
jij gedijt
hij/zij/het gedijt
ik tier
jij tiert
hij/zij/het tiert
» meer vervoegingen van tieren