Vertaling van afzien
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
afzien {ww.}
afzien {ww.}
ik zal afzien
jij zult afzien
hij/zij/het zal afzien
ik zal afzien
jij zult afzien
hij/zij/het zal afzien
» meer vervoegingen van afzien
hangen, afzien, vaarwelzeggen {ww.}
hangen
afzien
vaarwelzeggen {ww.}
afzien
vaarwelzeggen {ww.}
ik zal afzien
jij zult afzien
hij/zij/het zal afzien
ik zal hangen
jij zult hangen
hij/zij/het zal hangen
» meer vervoegingen van hangen
Er hangen enkele appels aan de boom, niet?
Er hangen enkele appels aan de boom, niet?
Hij heeft testikels en ze hangen goed
Hij heeft testikels en ze hangen goed
lijden, afzien {ww.}
lijden
afzien {ww.}
afzien {ww.}
ik zal afzien
ik zou afzien
jij zult afzien
ik zal lijden
ik zou lijden
jij zult lijden
» meer vervoegingen van lijden
De mens is voorbestemd tot lijden.
De mens is voorbestemd tot lijden.
Het is het lot van de mens om te lijden.
Het is het lot van de mens om te lijden.