Vertaling van beeld

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
beeld [o], standbeeld {zn.}
beeld [o]
standbeeld {zn.}
Beeld misleidt", "Schijn bedriegt
Beeld misleidt", "Schijn bedriegt
De persoon aan de linkerzijde verstoort het evenwicht in het beeld.
De persoon aan de linkerzijde verstoort het evenwicht in het beeld.
beeld [o], metafoor, beeldspraak [v] {zn.}
beeld [o]
metafoor
beeldspraak [v] {zn.}
afbeelding [v], figuur, beeld [o] {zn.}
afbeelding [v]
figuur
beeld [o] {zn.}
Bekijk de afbeelding.
Bekijk de afbeelding.
Ik keek naar de afbeelding.
Ik keek naar de afbeelding.
gelijkenis [v], beeld [o] {zn.}
gelijkenis [v]
beeld [o] {zn.}
We bestuderen een soort giftige kikker met veel gelijkenis tot een steen.
We bestuderen een soort giftige kikker met veel gelijkenis tot een steen.
In zijn essay "Esperanto: een Europese of een Aziatische taal" toonde Claude Piron de gelijkenis aan tussen het Esperanto en het Chinees, en ontkrachtte zo het denkbeeld…
In zijn essay "Esperanto: een Europese of een Aziatische taal" toonde Claude Piron de gelijkenis aan tussen het Esperanto en het Chinees, en ontkrachtte zo het denkbeeld…
voorstelling [v], afbeelding [v], beeld [o], plaat, prent {zn.}
voorstelling [v]
afbeelding [v]
beeld [o]
plaat
prent {zn.}
De voorstelling toonde moderne kunst uit Europa.
De voorstelling toonde moderne kunst uit Europa.
Hij hing een afbeelding aan de muur.
Hij hing een afbeelding aan de muur.
afbeelden, uitbeelden, verbeelden, verzinnelijken, voorstellen {ww.}
afbeelden
uitbeelden
verbeelden
verzinnelijken
voorstellen {ww.}

ik beeld af
jij beeldt af
hij/zij/het beeldt af

ik beeld af
jij beeldt af
hij/zij/het beeldt af
» meer vervoegingen van afbeelden

inbeelden, verbeelden {ww.}
inbeelden
verbeelden {ww.}

ik beeld in
jij beeldt in
hij/zij/het beeldt in

ik beeld in
jij beeldt in
hij/zij/het beeldt in
» meer vervoegingen van inbeelden

Je kan je niet inbeelden hoe blij ze was.
Je kan je niet inbeelden hoe blij ze was.
We zijn niet zo gelukkig of ongelukkig dan we onszelf inbeelden.
We zijn niet zo gelukkig of ongelukkig dan we onszelf inbeelden.
konterfeiten, afbeelden {ww.}
konterfeiten
afbeelden {ww.}

ik beeld af
jij beeldt af
hij/zij/het beeldt af

ik konterfeit
jij konterfeit
hij/zij/het konterfeit
» meer vervoegingen van konterfeiten

neerzetten, verbeelden, veraanschouwelijken, visualiseren, uitbeelden {ww.}
neerzetten
verbeelden
veraanschouwelijken
visualiseren
uitbeelden {ww.}

ik zet neer
jij zet neer
hij/zij/het zet neer

ik zet neer
jij zet neer
hij/zij/het zet neer
» meer vervoegingen van neerzetten

Mag ik het hier neerzetten?
Mag ik het hier neerzetten?
afbeelden {ww.}
afbeelden {ww.}

ik beeld af
jij beeldt af
hij/zij/het beeldt af

ik beeld af
jij beeldt af
hij/zij/het beeldt af
» meer vervoegingen van afbeelden



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Beeld misleidt", "Schijn bedriegt

Beeld misleidt", "Schijn bedriegt

De persoon aan de linkerzijde verstoort het evenwicht in het beeld.

De persoon aan de linkerzijde verstoort het evenwicht in het beeld.