Vertaling van voorstellen
aanbieden
bieden
voorslaan
voordragen
uitloven {ww.}
ik zal aanbieden
jij zult aanbieden
hij/zij/het zal aanbieden
ik zal voorstellen
jij zult voorstellen
hij/zij/het zal voorstellen
» meer vervoegingen van voorstellen
verzinnelijken
uitbeelden
verbeelden
afbeelden {ww.}
ik zal afbeelden
jij zult afbeelden
hij/zij/het zal afbeelden
ik zal voorstellen
jij zult voorstellen
hij/zij/het zal voorstellen
» meer vervoegingen van voorstellen
presenteren
introduceren
inleiden {ww.}
ik zal inleiden
jij zult inleiden
hij/zij/het zal inleiden
ik zal voorstellen
jij zult voorstellen
hij/zij/het zal voorstellen
» meer vervoegingen van voorstellen
representeren {ww.}
ik zal representeren
ik zou representeren
jij zult representeren
ik zal voorstellen
ik zou voorstellen
jij zult voorstellen
» meer vervoegingen van voorstellen
proponeren {ww.}
ik zal proponeren
ik zou proponeren
jij zult proponeren
ik zal voorstellen
ik zou voorstellen
jij zult voorstellen
» meer vervoegingen van voorstellen
indenken
verbeelden
nagaan
imagineren {ww.}
ik zal imagineren
ik zou imagineren
jij zult imagineren
ik zal voorstellen
ik zou voorstellen
jij zult voorstellen
» meer vervoegingen van voorstellen
voorstellen
aanbieden
presenteren
vertonen
indienen {ww.}
ik zal aanbieden
jij zult aanbieden
hij/zij/het zal aanbieden
ik zal spelen
jij zult spelen
hij/zij/het zal spelen
» meer vervoegingen van spelen
bod
aanbod
voorslag
voorstel (mv. voorstellen) {zn.}
suggestie
propositie
ontwerp {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
Mag ik mij voorstellen?
Mag ik mij voorstellen?
Kunt ge het u voorstellen?
Kunt ge het u voorstellen?
Ik zal me even voorstellen.
Ik zal me even voorstellen.
Je had je moeten voorstellen.
Je had je moeten voorstellen.
Ik ga je voorstellen aan mijn familie.
Ik ga je voorstellen aan mijn familie.
Ik kan het me niet voorstellen.
Ik kan het me niet voorstellen.
Laat me je voorstellen aan meneer Brown.
Laat me je voorstellen aan meneer Brown.
Ik zal je aan mijn moeder voorstellen.
Ik zal je aan mijn moeder voorstellen.
Alles wat je je kunt voorstellen is echt.
Alles wat je je kunt voorstellen is echt.
Kunt ge u voorstellen hoe mijn leven is?
Kunt ge u voorstellen hoe mijn leven is?
Kan je je voorstellen hoe het leven zou zijn zonder televisie?
Kan je je voorstellen hoe het leven zou zijn zonder televisie?
Kan je je voorstellen hoe ons leven eruit zou zien zonder elektriciteit?
Kan je je voorstellen hoe ons leven eruit zou zien zonder elektriciteit?
Ik kan hem me voorstellen als een goede vriend, doch niet als een minnaar.
Ik kan hem me voorstellen als een goede vriend, doch niet als een minnaar.
Alles wat we ons kunnen voorstellen is echt, maar wat echt echt is, is de echte vraag.
Alles wat we ons kunnen voorstellen is echt, maar wat echt echt is, is de echte vraag.
Dit kerkhof heeft zelfs een eigen site, en daarop staat een pagina "Nieuws". Kunnen jullie het je voorstellen, nieuws van de begraafplaats?!
Dit kerkhof heeft zelfs een eigen site, en daarop staat een pagina "Nieuws". Kunnen jullie het je voorstellen, nieuws van de begraafplaats?!