Vertaling van voordragen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
opzeggen, voordragen, reciteren {ww.}
opzeggen
voordragen
reciteren {ww.}
voordragen
reciteren {ww.}
ik zal opzeggen
jij zult opzeggen
hij/zij/het zal opzeggen
ik zal opzeggen
jij zult opzeggen
hij/zij/het zal opzeggen
» meer vervoegingen van opzeggen
voorstellen, aanbieden, bieden, voorslaan, voordragen, uitloven {ww.}
voorstellen
aanbieden
bieden
voorslaan
voordragen
uitloven {ww.}
aanbieden
bieden
voorslaan
voordragen
uitloven {ww.}
ik zal aanbieden
jij zult aanbieden
hij/zij/het zal aanbieden
ik zal voorstellen
jij zult voorstellen
hij/zij/het zal voorstellen
» meer vervoegingen van voorstellen
Mag ik mij voorstellen?
Mag ik mij voorstellen?
Kan ik u aanbieden iets te drinken?
Kan ik u aanbieden iets te drinken?
kandideren, voordragen {ww.}
kandideren
voordragen {ww.}
voordragen {ww.}
ik zal kandideren
jij zult kandideren
hij/zij/het zal kandideren
ik zal kandideren
jij zult kandideren
hij/zij/het zal kandideren
» meer vervoegingen van kandideren
declameren, reciteren, voordragen {ww.}
declameren
reciteren
voordragen {ww.}
reciteren
voordragen {ww.}
ik zal declameren
jij zult declameren
hij/zij/het zal declameren
ik zal declameren
jij zult declameren
hij/zij/het zal declameren
» meer vervoegingen van declameren