Vertaling van uitloven

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
uitloven {ww.}
uitloven {ww.}

ik zal uitloven
ik zou uitloven
jij zult uitloven

ik zal uitloven
ik zou uitloven
jij zult uitloven
» meer vervoegingen van uitloven

voorstellen, aanbieden, bieden, voorslaan, voordragen, uitloven {ww.}
voorstellen
aanbieden
bieden
voorslaan
voordragen
uitloven {ww.}

ik zal aanbieden
jij zult aanbieden
hij/zij/het zal aanbieden

ik zal voorstellen
jij zult voorstellen
hij/zij/het zal voorstellen
» meer vervoegingen van voorstellen

Mag ik mij voorstellen?
Mag ik mij voorstellen?
Kan ik u aanbieden iets te drinken?
Kan ik u aanbieden iets te drinken?
beloven, verzeggen, uitloven, toezeggen {ww.}
beloven
verzeggen
uitloven
toezeggen {ww.}

ik zal beloven
ik zou beloven
jij zult beloven

ik zal beloven
ik zou beloven
jij zult beloven
» meer vervoegingen van beloven

Je moet me iets beloven.
Je moet me iets beloven.
Je moet me alleen één ding beloven.
Je moet me alleen één ding beloven.


Gerelateerd aan uitloven

voorstellen - aanbieden - bieden - voorslaan - voordragen - beloven - verzeggen - toezeggenoffreren