Vertaling van bok

Inhoud:

Nederlands

bok [m] {zn.}

Een oude bok lust ook nog wel een groen blaadje.

bok [m], flater [m], blunder [m] {zn.}

bok [m]
flater [m]
blunder [m] {zn.}

bok [m], springpaard {zn.}

bok [m]
springpaard {zn.}

bok [m] {zn.}

bok {zn.}

bok [m], geitebok [m] {zn.}

bok [m]
geitebok [m] {zn.}

bank [v], ezel [m], bok [m], werkbank, stander, schraag, rek, stellage [v] {zn.}

bank [v]
ezel [m]
bok [m]
werkbank
stander
schraag
rek
stellage [v] {zn.}

Een ezel stoot zich in 't gemeen geen tweemaal aan dezelfde steen.

De paardenkrachten van een auto helpen niet als 't een ezel is die hem stuurt.

pruilen, bokken {ww.}

pruilen
bokken {ww.}

ik bok
jij bokt
hij/zij/het bokt

ik pruil
jij pruilt
hij/zij/het pruilt
» meer vervoegingen van pruilen

bokken {ww.}

ik bok
jij bokt
hij/zij/het bokt

ik bok
jij bokt
hij/zij/het bokt
» meer vervoegingen van bokken