Vertaling van ezel

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
ezel [m] {zn.}
ezel [m] {zn.}
Een ezel stoot zich in 't gemeen geen tweemaal aan dezelfde steen.
Een ezel stoot zich in 't gemeen geen tweemaal aan dezelfde steen.
De paardenkrachten van een auto helpen niet als 't een ezel is die hem stuurt.
De paardenkrachten van een auto helpen niet als 't een ezel is die hem stuurt.
ezel [m], schildersezel {zn.}
ezel [m]
schildersezel {zn.}
Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen
Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen
bank [v], ezel [m], bok [m], werkbank, stander, schraag, rek, stellage [v] {zn.}
bank [v]
ezel [m]
bok [m]
werkbank
stander
schraag
rek
stellage [v] {zn.}
Een oude bok lust ook nog wel een groen blaadje.
Een oude bok lust ook nog wel een groen blaadje.
Waar is de bank?
Waar is de bank?
ezel [m] (de ~), schildersezel [m] (de ~) {zn.}
ezel [m] (de ~)
schildersezel [m] (de ~) {zn.}
ezel [m] (de ~), grauwtje, grauw {zn.}
ezel [m] (de ~)
grauwtje
grauw {zn.}
koe, ei, ezel [m] (de ~), eend [m] (de ~), rund [m] (het ~), stommerd, schaapskop, stomkop [m] (de ~), onbenul [m] (de ~), oen [m] (de ~), waterhoofd, gehaktbal [m] (de ~), eikel [m] (de ~), dodo, eendvogel, dombo, druiloor [m] (de ~), droplul, drol, sufkont, ezelskop, uil [m] (de ~), ezelsveulen, augurk, flapdrol [m] (de ~), oliebol [m] (de ~), hals [m] (de ~), oelewapper [m] (de ~), ignorant, oetlul, jojo, slaapkop, kalf, stommeling [m] (de ~), kalfskop, stommerik [m] (de ~), kloris, sufkop, kuiken, uilebal, uilskuiken [o] (het ~), weetniet, appelflap, uilenbal [m] (de ~), minkukel [m] (de ~), hansworst [m] (de ~), nitwit [m] (de ~), kwezel, domoor [m] (de ~), leeghoofd [m] (de/het ~), sufferd [m] (de ~) {zn.}
koe
ei
ezel [m] (de ~)
eend [m] (de ~)
rund [m] (het ~)
stommerd
schaapskop
stomkop [m] (de ~)
onbenul [m] (de ~)
oen [m] (de ~)
waterhoofd
gehaktbal [m] (de ~)
eikel [m] (de ~)
dodo
eendvogel
dombo
druiloor [m] (de ~)
droplul
drol
sufkont
ezelskop
uil [m] (de ~)
ezelsveulen
augurk
flapdrol [m] (de ~)
oliebol [m] (de ~)
hals [m] (de ~)
oelewapper [m] (de ~)
ignorant
oetlul
jojo
slaapkop
kalf
stommeling [m] (de ~)
kalfskop
stommerik [m] (de ~)
kloris
sufkop
kuiken
uilebal
uilskuiken [o] (het ~)
weetniet
appelflap
uilenbal [m] (de ~)
minkukel [m] (de ~)
hansworst [m] (de ~)
nitwit [m] (de ~)
kwezel
domoor [m] (de ~)
leeghoofd [m] (de/het ~)
sufferd [m] (de ~) {zn.}
De koe loeit, de haan kraait, het varken knort, de eend kwaakt en de kat miauwt.
De koe loeit, de haan kraait, het varken knort, de eend kwaakt en de kat miauwt.
De koe zegt "boe", de haan zegt "kukelekuu", het varken zegt "knor", de eend zegt "kwak" en de kat zegt "miauw".
De koe zegt "boe", de haan zegt "kukelekuu", het varken zegt "knor", de eend zegt "kwak" en de kat zegt "miauw".

Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Een ezel stoot zich in 't gemeen geen tweemaal aan dezelfde steen.

Een ezel stoot zich in 't gemeen geen tweemaal aan dezelfde steen.

De paardenkrachten van een auto helpen niet als 't een ezel is die hem stuurt.

De paardenkrachten van een auto helpen niet als 't een ezel is die hem stuurt.

Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen

Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen

"Het was een grote vuilcontainer," zei Dima, "en er was een heleboel eten, dus... het was niet direct oncomfortabel. Maar ja, het stonk wel nog erger dan het achterste van een ezel."

"Het was een grote vuilcontainer," zei Dima, "en er was een heleboel eten, dus... het was niet direct oncomfortabel. Maar ja, het stonk wel nog erger dan het achterste van een ezel."


Gerelateerd aan ezel

schildersezel - bank - bok - werkbank - stander - schraag - rek - stellage - grauwtje - grauw - koe - ei - eend - rund - stommerdstandaard - hoefdier - persoon - ezelskop