Vertaling van doelwit

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
wit, doel [o], honk, doelwit [o], doelstelling [v] {zn.}
wit
doel [o]
honk
doelwit [o]
doelstelling [v] {zn.}
Het papier is wit.
Het papier is wit.
De hond is wit.
De hond is wit.
raam [m] (de ~), doel [o] (het ~), doelwit [o] (het ~), mikpunt [o] (het ~) {zn.}
raam [m] (de ~)
doel [o] (het ~)
doelwit [o] (het ~)
mikpunt [o] (het ~) {zn.}
Het raam is open.
Het raam is open.
Doe het raam open, alstublieft.
Doe het raam open, alstublieft.
doel [o] (het ~), streven, doelwit [o] (het ~), oogmerk [o] (het ~), doeleinde [o] (het ~) {zn.}
doel [o] (het ~)
streven
doelwit [o] (het ~)
oogmerk [o] (het ~)
doeleinde [o] (het ~) {zn.}
Ze bereikten hun doel.
Ze bereikten hun doel.
De pijl raakte het doel.
De pijl raakte het doel.


Gerelateerd aan doelwit

wit - doel - honk - doelstelling - raam - mikpunt - streven - oogmerk - doeleindepunt - gedachte