Vertaling van gedogen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
veroorloven, vergunnen, toelaten, toestaan, gedogen {ww.}
veroorloven
vergunnen
toelaten
toestaan
gedogen {ww.}
vergunnen
toelaten
toestaan
gedogen {ww.}
ik gedoog
jij gedoogt
hij/zij/het gedoogt
ik veroorloof
jij veroorlooft
hij/zij/het veroorlooft
» meer vervoegingen van veroorloven
Ik kan me geen nieuwe fiets veroorloven.
Ik kan me geen nieuwe fiets veroorloven.
Hij kan het zich niet veroorloven om te trouwen.
Hij kan het zich niet veroorloven om te trouwen.
dragen, verdragen, velen, incasseren, harden, verduren, gedogen, dulden {ww.}
dragen
verdragen
velen
incasseren
harden
verduren
gedogen
dulden {ww.}
verdragen
velen
incasseren
harden
verduren
gedogen
dulden {ww.}
ik draag
jij draagt
hij/zij/het draagt
ik draag
jij draagt
hij/zij/het draagt
» meer vervoegingen van dragen
Velen verloren hun huis na de aardbeving.
Velen verloren hun huis na de aardbeving.
Velen zijn geroepen, slechts weinig uitverkoren
Velen zijn geroepen, slechts weinig uitverkoren