Vertaling van toelaten
binnenlaten {ww.}
ik zal binnenlaten
jij zult binnenlaten
hij/zij/het zal binnenlaten
ik zal toelaten
jij zult toelaten
hij/zij/het zal toelaten
» meer vervoegingen van toelaten
laten binnenkomen {ww.}
ik zal toelaten
ik zou toelaten
jij zult toelaten
ik zal toelaten
ik zou toelaten
jij zult toelaten
» meer vervoegingen van toelaten
vergunnen
toelaten
toestaan
gedogen {ww.}
ik zal gedogen
jij zult gedogen
hij/zij/het zal gedogen
ik zal veroorloven
jij zult veroorloven
hij/zij/het zal veroorloven
» meer vervoegingen van veroorloven
toelaten
loslaten
laten schieten
laten begaan {ww.}
ik zal laten
ik zou laten
jij zult laten
ik zal laten
ik zou laten
jij zult laten
» meer vervoegingen van laten
velen
aanzien
pikken
tolereren
toelaten
dulden {ww.}
ik zal aanzien
ik zou aanzien
jij zult aanzien
ik zal verdragen
ik zou verdragen
jij zult verdragen
» meer vervoegingen van verdragen