Vertaling van geschiedenis

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
geschiedenis [v] (de ~), geschiedvorsing {zn.}
geschiedenis [v] (de ~)
geschiedvorsing {zn.}
Bestaat objectieve geschiedenis?
Bestaat objectieve geschiedenis?
Meneer Green is leraar geschiedenis.
Meneer Green is leraar geschiedenis.
verhaal, geschiedenis [v], historie [v] {zn.}
verhaal
geschiedenis [v]
historie [v] {zn.}
Wat een raar verhaal!
Wat een raar verhaal!
Zijn verhaal was interessant.
Zijn verhaal was interessant.
geschiedenis [v] (de ~) {zn.}
geschiedenis [v] (de ~) {zn.}
Meneer Green is leraar geschiedenis.
Meneer Green is leraar geschiedenis.
Deze dag zal de geschiedenis ingaan.
Deze dag zal de geschiedenis ingaan.
geschiedenis [v] (de ~), gebeurde, gebeurtenis [v] (de ~), ontwikkeling [v] (de ~) {zn.}
geschiedenis [v] (de ~)
gebeurde
gebeurtenis [v] (de ~)
ontwikkeling [v] (de ~) {zn.}
Plotseling gebeurde er iets onverwachts.
Plotseling gebeurde er iets onverwachts.
Het gebeurde tussen acht en tien uur.
Het gebeurde tussen acht en tien uur.
geschiedenis [v] (de ~), historie [m] (de ~) {zn.}
geschiedenis [v] (de ~)
historie [m] (de ~) {zn.}
Hij studeert geschiedenis aan de universiteit.
Hij studeert geschiedenis aan de universiteit.
verhaal [o] (het ~), geschiedenis [v] (de ~), historie [m] (de ~), vertelling [v] (de ~), story {zn.}
verhaal [o] (het ~)
geschiedenis [v] (de ~)
historie [m] (de ~)
vertelling [v] (de ~)
story {zn.}
Zijn verhaal klinkt correct.
Zijn verhaal klinkt correct.
Zijn verhaal is waar.
Zijn verhaal is waar.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Bestaat objectieve geschiedenis?

Bestaat objectieve geschiedenis?

Meneer Green is leraar geschiedenis.

Meneer Green is leraar geschiedenis.

Meneer Green is leraar geschiedenis.

Meneer Green is leraar geschiedenis.

Deze dag zal de geschiedenis ingaan.

Deze dag zal de geschiedenis ingaan.

Hij studeert geschiedenis aan de universiteit.

Hij studeert geschiedenis aan de universiteit.

Ik zoek boeken over de Romeinse geschiedenis.

Ik zoek boeken over de Romeinse geschiedenis.

Ik hou van aardrijkskunde en geschiedenis.

Ik hou van aardrijkskunde en geschiedenis.

Hij bezit veel boeken over geschiedenis.

Hij bezit veel boeken over geschiedenis.

De geschiedenis is de lerares van het leven.

De geschiedenis is de lerares van het leven.

Mijn moeder zocht de geschiedenis van koffiekopjes op.

Mijn moeder zocht de geschiedenis van koffiekopjes op.

We hebben elkaar ontmoet in de les Amerikaanse geschiedenis

We hebben elkaar ontmoet in de les Amerikaanse geschiedenis

Ik ken de geschiedenis van Europa heel goed.

Ik ken de geschiedenis van Europa heel goed.

De geschiedenis lijkt totaal niet op wat je in geschiedenisboeken leest.

De geschiedenis lijkt totaal niet op wat je in geschiedenisboeken leest.

De eerste immigranten in de Amerikaanse geschiedenis kwamen uit Engeland en Nederland.

De eerste immigranten in de Amerikaanse geschiedenis kwamen uit Engeland en Nederland.


Gerelateerd aan geschiedenis

geschiedvorsing - verhaal - historie - gebeurde - gebeurtenis - ontwikkeling - vertelling - storywetenschap - vak - iets - verleden - verslag