Vertaling van gevaar
hachelijkheid
gevaarlijkheid {zn.}
nood
perikel
onraad {zn.}
perikel
onraad
dreiging {zn.}
risico {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
We zijn buiten gevaar.
We zijn buiten gevaar.
Mijn leven was in gevaar.
Mijn leven was in gevaar.
Zijn leven is in gevaar.
Zijn leven is in gevaar.
Ze was nu buiten gevaar.
Ze was nu buiten gevaar.
Ik denk dat zijn leven gevaar loopt.
Ik denk dat zijn leven gevaar loopt.
Dat zal je in gevaar brengen.
Dat zal je in gevaar brengen.
Wanneer ze in gevaar zijn, vluchten ze.
Wanneer ze in gevaar zijn, vluchten ze.
Hij is zich van het gevaar bewust.
Hij is zich van het gevaar bewust.
Gelukkig zijn ze aan het gevaar ontkomen.
Gelukkig zijn ze aan het gevaar ontkomen.
Ik vrees geen gevaar
Ik vrees geen gevaar
Zeg je dat mijn leven in gevaar is?
Zeg je dat mijn leven in gevaar is?
Er schuilt veel gevaar in 's avonds hier rond te lopen.
Er schuilt veel gevaar in 's avonds hier rond te lopen.
Hij heeft het zijn vriend gered op gevaar van zijn eigen leven.
Hij heeft het zijn vriend gered op gevaar van zijn eigen leven.
Hannibal voor de poorten", oftewel "Er is een zeer groot gevaar nabij
Hannibal voor de poorten", oftewel "Er is een zeer groot gevaar nabij