Vertaling van geval
gelegenheid
gebeurtenis {zn.}
toeval
toevalligheid
coïncidentie {zn.}
geval {zn.}
casus
case {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
Dit is het geval.
Dit is het geval.
Hij is een hopeloos geval.
Hij is een hopeloos geval.
In geval van brand, bel 119.
In geval van brand, bel 119.
Dat is niet het geval in Japan.
Dat is niet het geval in Japan.
In dit geval
In dit geval
in welk geval
in welk geval
Gebruik niet de lift in geval van brand.
Gebruik niet de lift in geval van brand.
Ze vertrokken met een gids voor het geval ze verdwaalden.
Ze vertrokken met een gids voor het geval ze verdwaalden.
In geval dat het regent, zal ik niet vertrekken.
In geval dat het regent, zal ik niet vertrekken.
Welk nummer moet ik bellen in geval van nood?
Welk nummer moet ik bellen in geval van nood?
In alle geval kunt ge beter gehoorzamen aan uw ouders.
In alle geval kunt ge beter gehoorzamen aan uw ouders.
Hetgeen niet het geval is
Hetgeen niet het geval is
Neem een paraplu met je mee in het geval dat het gaat regenen.
Neem een paraplu met je mee in het geval dat het gaat regenen.
Doe de dop terug op de fles voor het geval de kat hem omstoot.
Doe de dop terug op de fles voor het geval de kat hem omstoot.
In alle geval moet men "ja" stemmen in het referendum van 18 februari.
In alle geval moet men "ja" stemmen in het referendum van 18 februari.