Vertaling van greep

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
greep, hooivork, riek [m], gaffel [v] {zn.}
greep
hooivork
riek [m]
gaffel [v] {zn.}
Hij greep me bij mijn kraag.
Hij greep me bij mijn kraag.
De jongen greep de hond bij de staart.
De jongen greep de hond bij de staart.
greep {zn.}
greep {zn.}
greep, zuilschacht, geweerlade [v] {zn.}
greep
zuilschacht
geweerlade [v] {zn.}
greep, kneep, kunstje [o], kneepje [o], handigheidje [o], handigheid [v], foefje [o] {zn.}
greep
kneep
kunstje [o]
kneepje [o]
handigheidje [o]
handigheid [v]
foefje [o] {zn.}
greep, handvol, handjevol {zn.}
greep
handvol
handjevol {zn.}
Alles wat ik heb is mijn gewonde lichaam en een handvol slechte herinneringen.
Alles wat ik heb is mijn gewonde lichaam en een handvol slechte herinneringen.
vat [o], greep, slag [m], inname {zn.}
vat [o]
greep
slag [m]
inname {zn.}
Je vat alles te letterlijk op.
Je vat alles te letterlijk op.
Ik kan maar geen vat krijgen op moderne sculptuur.
Ik kan maar geen vat krijgen op moderne sculptuur.
oor, greep, handvat, grijper {zn.}
oor
greep
handvat
grijper {zn.}
Hij drukte zijn oor tegen de muur.
Hij drukte zijn oor tegen de muur.
Ik heb geen oor voor muziek.
Ik heb geen oor voor muziek.
vatten, grijpen, beetpakken {ww.}
vatten
grijpen
beetpakken {ww.}

ik pakte beet
jij pakte beet
hij/zij/het pakte beet

ik vatte
jij vatte
hij/zij/het vatte
» meer vervoegingen van vatten

Je moet de koe bij de horens vatten!
Je moet de koe bij de horens vatten!
Je moet de koe bij de horens vatten.
Je moet de koe bij de horens vatten.
bemachtigen, grijpen, aangrijpen, vastgrijpen {ww.}
bemachtigen
grijpen
aangrijpen
vastgrijpen {ww.}

ik greep aan
jij greep aan
hij/zij/het greep aan

ik bemachtigde
jij bemachtigde
hij/zij/het bemachtigde
» meer vervoegingen van bemachtigen

grijpen {ww.}
grijpen {ww.}

ik greep
jij greep
hij/zij/het greep

ik greep
jij greep
hij/zij/het greep
» meer vervoegingen van grijpen

grijpen {ww.}
grijpen {ww.}

ik greep
jij greep
hij/zij/het greep

ik greep
jij greep
hij/zij/het greep
» meer vervoegingen van grijpen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Hij greep me bij mijn kraag.

Hij greep me bij mijn kraag.

De jongen greep de hond bij de staart.

De jongen greep de hond bij de staart.


Gerelateerd aan greep

hooivork - riek - gaffel - zuilschacht - geweerlade - kneep - kunstje - kneepje - handigheidje - handigheid - foefje - handvol - handjevol - vat - slagvasthechten - verroeren