Vertaling van heer

Inhoud:

Nederlands

heer [o], leger [o], armee [v], troepenmacht [v], legermacht [v], heerschaar [v] {zn.}

heer [o]
leger [o]
armee [v]
troepenmacht [v]
legermacht [v]
heerschaar [v] {zn.}

Het leger gebruikt burgers als menselijk schild.

Napoleon heeft zijn leger naar Rusland geleid.

heer, menigte {zn.}

heer
menigte {zn.}

Een menigte verzamelde zich in deze straat.

De menigte wordt groter en groter.

heer, baas [m], meester [m], patroon {zn.}

heer
baas [m]
meester [m]
patroon {zn.}

Waar is de baas?

Mijn baas was gedwongen ontslag te nemen.

heer [m], gentleman [m] {zn.}

heer [m]
gentleman [m] {zn.}

Hij is een gentleman.

Glimlachend begroette ze de heer Kato.

heer {zn.}

Hij is zeker weten geen heer.

Heer, leid ons", "Heer, geef ons richting

meneer [o], heer [m], mijnheer [o], heerschap [o] {zn.}

meneer [o]
heer [m]
mijnheer [o]
heerschap [o] {zn.}

Mijnheer Wood had geen zonen.

Mijnheer Suzuki heeft drie dochters.

Nederlands

Glimlachend begroette ze de heer Kato.

Hij is zeker weten geen heer.

Heer, leid ons", "Heer, geef ons richting

De heer…/ Mevrouw… / Juffrouw

Hij is een heer. Hij kan zoiets niet gezegd hebben.

Ik zoek de heer Smith

De Heer is mijn licht

Heilige Heer Jezus, geef hun rust

In het jaar van de Heer

Uit de diepten heb ik U aangeroepen, Heer

Het woord van de Heer is een bron van wijsheid

Het woord van de Heer is een lamp voor onze voeten