Vertaling van leger
kooi
ligplaats
couchette
bedding {zn.}
leger
armee
troepenmacht
legermacht
heerschaar {zn.}
krijgsmacht {zn.}
ik leger
jij legert
hij/zij/het legert
ik leger
jij legert
hij/zij/het legert
» meer vervoegingen van legeren
ik leger
jij legert
hij/zij/het legert
ik leger
jij legert
hij/zij/het legert
» meer vervoegingen van legeren
legeren {ww.}
ik kampeer
jij kampeert
hij/zij/het kampeert
ik kampeer
jij kampeert
hij/zij/het kampeert
» meer vervoegingen van kamperen
leger
manschappen
armee
heir
troepenmacht
weermacht
troep
troepen
strijdkrachten
strijdmacht
legerschaar
armée
landstrijdkrachten
landmacht
landleger
krijgsmacht
heerschaar {zn.}
leger
rustplaats {zn.}
heer
massa
leger
menigte
sleep
legioen
heir
stoet
schare
myriade
mensenzee
mensenmenigte
drom
schaar
legerschaar
horde
meute
mensenmassa {zn.}
ik leger
jij legert
hij/zij/het legert
ik leger
jij legert
hij/zij/het legert
» meer vervoegingen van legeren
legateren
legeren {ww.}
ik legateer
jij legateert
hij/zij/het legateert
ik vermaak
jij vermaakt
hij/zij/het vermaakt
» meer vervoegingen van vermaken
ik leger
jij legert
hij/zij/het legert
ik leger
jij legert
hij/zij/het legert
» meer vervoegingen van legeren
alliëren {ww.}
ik allieer
jij allieert
hij/zij/het allieert
ik leger
jij legert
hij/zij/het legert
» meer vervoegingen van legeren
Voorbeelden in zinsverband
Het leger gebruikt burgers als menselijk schild.
Het leger gebruikt burgers als menselijk schild.
Napoleon heeft zijn leger naar Rusland geleid.
Napoleon heeft zijn leger naar Rusland geleid.
Ik ben in het leger ingetreden.
Ik ben in het leger ingetreden.
Een taal is een dialect met een leger en een vloot.
Een taal is een dialect met een leger en een vloot.