Vertaling van hozen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
hozen, leeghozen, uitscheppen {ww.}
hozen
leeghozen
uitscheppen {ww.}

ik hoos
jij hoost
hij/zij/het hoost

ik hoos
jij hoost
hij/zij/het hoost
» meer vervoegingen van hozen

de pot winnen, hozen {ww.}
de pot winnen
hozen {ww.}

ik hoos
jij hoost
hij/zij/het hoost

ik hoos
jij hoost
hij/zij/het hoost
» meer vervoegingen van hozen

scheppen, ontlenen, putten, hozen {ww.}
scheppen
ontlenen
putten
hozen {ww.}

ik hoos
jij hoost
hij/zij/het hoost

ik schep
jij schept
hij/zij/het schept
» meer vervoegingen van scheppen

Ik heb niks om over op te scheppen.
Ik heb niks om over op te scheppen.
Het blijkt dat dit een zeer gunstige factor is voor ons project, dat juist als doel heeft in samenwerking een netwerk te scheppen van vertalingen in zoveel mogelijk talen.
Het blijkt dat dit een zeer gunstige factor is voor ons project, dat juist als doel heeft in samenwerking een netwerk te scheppen van vertalingen in zoveel mogelijk talen.
waterhoos, hoos (mv. hozen) {zn.}
waterhoos
hoos (mv. hozen) {zn.}
storten, gieten, zeiken, plenzen, stortregenen, slagregenen, sausen, plasregenen, hozen {ww.}
storten
gieten
zeiken
plenzen
stortregenen
slagregenen
sausen
plasregenen
hozen {ww.}

ik giet
jij giet
hij/zij/het giet

ik stort
jij stort
hij/zij/het stort
» meer vervoegingen van storten

Het begon te gieten.
Het begon te gieten.
Degenen die Jupiter in het verderf wil storten, ontneemt hij eerst hun zinnen
Degenen die Jupiter in het verderf wil storten, ontneemt hij eerst hun zinnen
hoos [m] (de ~), windhoos [m] (de ~) {zn.}
hoos [m] (de ~)
windhoos [m] (de ~) {zn.}
hoos (mv. hozen) {zn.}
hoos (mv. hozen) {zn.}