Vertaling van inschakelen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
inschakelen, schakelen, aandraaien, aansteken, aandoen {ww.}
inschakelen
schakelen
aandraaien
aansteken
aandoen {ww.}

ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen

ik zal inschakelen
jij zult inschakelen
hij/zij/het zal inschakelen
» meer vervoegingen van inschakelen

inschakelen {ww.}
inschakelen {ww.}

ik zal inschakelen
jij zult inschakelen
hij/zij/het zal inschakelen

ik zal inschakelen
jij zult inschakelen
hij/zij/het zal inschakelen
» meer vervoegingen van inschakelen

inschakelen {ww.}
inschakelen {ww.}

ik zal inschakelen
jij zult inschakelen
hij/zij/het zal inschakelen

ik zal inschakelen
jij zult inschakelen
hij/zij/het zal inschakelen
» meer vervoegingen van inschakelen

aanzetten, inschakelen, aandoen {ww.}
aanzetten
inschakelen
aandoen {ww.}

ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen

ik zal aanzetten
jij zult aanzetten
hij/zij/het zal aanzetten
» meer vervoegingen van aanzetten

Hij kwam ook met alweer een andere twijfelachtige conclusie aanzetten.
Hij kwam ook met alweer een andere twijfelachtige conclusie aanzetten.
aanzetten, inschakelen {ww.}
aanzetten
inschakelen {ww.}

ik zal aanzetten
ik zou aanzetten
jij zult aanzetten

ik zal aanzetten
ik zou aanzetten
jij zult aanzetten
» meer vervoegingen van aanzetten

inleggen, inschakelen, charteren, inspannen, inzetten {ww.}
inleggen
inschakelen
charteren
inspannen
inzetten {ww.}

ik zal charteren
jij zult charteren
hij/zij/het zal charteren

ik zal inleggen
jij zult inleggen
hij/zij/het zal inleggen
» meer vervoegingen van inleggen



Gerelateerd aan inschakelen

schakelen - aandraaien - aansteken - aandoen - aanzetten - inleggen - charteren - inspannen - inzettenaandoen - aanwenden