Vertaling van klungel

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
scharrelaar, klungel {zn.}
scharrelaar
klungel {zn.}
prutsen, klungelen {ww.}
prutsen
klungelen {ww.}

ik klungel
jij klungelt
hij/zij/het klungelt

ik pruts
jij prutst
hij/zij/het prutst
» meer vervoegingen van prutsen

amateur [m] (de ~), knuppel [m] (de ~), sukkel [m] (de ~), stuntelaar, stuntel, stoethaspel [m] (de ~), prutser [m] (de ~), dreutel [m] (de ~), lomperd [m] (de ~), knurft [m] (de ~), klungel [m] (de ~), jandoedel, hannes, frutselaar, duts [m] (de ~), hobbezak [m] (de ~), lummel [m] (de ~), kluns [m] (de ~) {zn.}
amateur [m] (de ~)
knuppel [m] (de ~)
sukkel [m] (de ~)
stuntelaar
stuntel
stoethaspel [m] (de ~)
prutser [m] (de ~)
dreutel [m] (de ~)
lomperd [m] (de ~)
knurft [m] (de ~)
klungel [m] (de ~)
jandoedel
hannes
frutselaar
duts [m] (de ~)
hobbezak [m] (de ~)
lummel [m] (de ~)
kluns [m] (de ~) {zn.}
Tom is maar een amateur.
Tom is maar een amateur.
Die knuppel is veel te groot.
Die knuppel is veel te groot.
mieren, klooien, wurmen, rommelen, pielen, otteren, modderen, aankloten, knoeien, klungelen, flodderen, broddelen, aanrommelen, aanmodderen, kloten, rotzooien, prutsen {ww.}
mieren
klooien
wurmen
rommelen
pielen
otteren
modderen
aankloten
knoeien
klungelen
flodderen
broddelen
aanrommelen
aanmodderen
kloten
rotzooien
prutsen {ww.}

ik modder aan
jij moddert aan
hij/zij/het moddert aan

ik mier
jij miert
hij/zij/het miert
» meer vervoegingen van mieren

Mieren en giraffen zijn verre neven.
Mieren en giraffen zijn verre neven.


Gerelateerd aan klungel

scharrelaar - prutsen - klungelen - amateur - knuppel - sukkel - stuntelaar - stuntel - stoethaspel - prutser - dreutel - lomperd - knurft - jandoedel - hannespersoon - verrichten