Vertaling van knagen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
knagen {ww.}
knagen {ww.}
ik knaag
jij knaagt
hij/zij/het knaagt
ik knaag
jij knaagt
hij/zij/het knaagt
» meer vervoegingen van knagen
knagen, knabbelen {ww.}
knagen
knabbelen {ww.}
knabbelen {ww.}
ik knabbel
jij knabbelt
hij/zij/het knabbelt
ik knaag
jij knaagt
hij/zij/het knaagt
» meer vervoegingen van knagen
knagen {ww.}
knagen {ww.}
ik knaag
jij knaagt
hij/zij/het knaagt
ik knaag
jij knaagt
hij/zij/het knaagt
» meer vervoegingen van knagen
drukken, beklemmen, knellen, knagen, vreten, nijpen, benauwen, beknellen {ww.}
drukken
beklemmen
knellen
knagen
vreten
nijpen
benauwen
beknellen {ww.}
beklemmen
knellen
knagen
vreten
nijpen
benauwen
beknellen {ww.}
ik beklem
jij beklemt
hij/zij/het beklemt
ik druk
jij drukt
hij/zij/het drukt
» meer vervoegingen van drukken
Woorden drukken gedachten uit.
Woorden drukken gedachten uit.
Help mij dit te drukken.
Help mij dit te drukken.