Vertaling van knop

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
knop [m], bot, uitspruitsel {zn.}
knop [m]
bot
uitspruitsel {zn.}
Raak die knop niet aan!
Raak die knop niet aan!
Niet op die knop drukken.
Niet op die knop drukken.
knop [m], steel [m], heft, hals [m], handvat, gevest {zn.}
knop [m]
steel [m]
heft
hals [m]
handvat
gevest {zn.}
Hij duwde op de knop en wachtte.
Hij duwde op de knop en wachtte.
Ik weet niet op welke knop ik moet drukken.
Ik weet niet op welke knop ik moet drukken.
knop [m], knoop [m] {zn.}
knop [m]
knoop [m] {zn.}
Er valt bijna een knoop van je bloes af.
Er valt bijna een knoop van je bloes af.
knop [m], zadelknop {zn.}
knop [m]
zadelknop {zn.}
De motor stopt als je op die knop drukt.
De motor stopt als je op die knop drukt.
knop [m] (de ~) {zn.}
knop [m] (de ~) {zn.}
knop [m] (de ~) {zn.}
knop [m] (de ~) {zn.}
knop [m] (de ~) {zn.}
knop [m] (de ~) {zn.}
knop [m] (de ~), knopje, oorknop [m] (de ~) {zn.}
knop [m] (de ~)
knopje
oorknop [m] (de ~) {zn.}
Je hoeft alleen maar op het knopje te drukken om een kaartje te krijgen.
Je hoeft alleen maar op het knopje te drukken om een kaartje te krijgen.
knoppen {ww.}
knoppen {ww.}

ik knop
jij knopt
hij/zij/het knopt

ik knop
jij knopt
hij/zij/het knopt
» meer vervoegingen van knoppen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Raak die knop niet aan!

Raak die knop niet aan!

Niet op die knop drukken.

Niet op die knop drukken.

Hij duwde op de knop en wachtte.

Hij duwde op de knop en wachtte.

Ik weet niet op welke knop ik moet drukken.

Ik weet niet op welke knop ik moet drukken.

De motor stopt als je op die knop drukt.

De motor stopt als je op die knop drukt.

Druk op de groene knop. Als je dat doet, gaat het lampje branden.

Druk op de groene knop. Als je dat doet, gaat het lampje branden.

Ik drukte op de knop om de radio aan te zetten.

Ik drukte op de knop om de radio aan te zetten.


Gerelateerd aan knop

bot - uitspruitsel - steel - heft - hals - handvat - gevest - knoop - zadelknop - knopje - oorknop - knoppenvoorwerp - versiering - uitwas - oorbel - veranderen