Vertaling van steel

Inhoud:

Nederlands

steel, bloemsteel [m] {zn.}

steel
bloemsteel [m] {zn.}

De plant heeft een ondergrondse steel.

steel, bladsteel [m] {zn.}

steel
bladsteel [m] {zn.}

steel [m], stengel [m], halm [m] {zn.}

steel [m]
stengel [m]
halm [m] {zn.}

knop [m], steel [m], heft, hals [m], handvat, gevest {zn.}

knop [m]
steel [m]
heft
hals [m]
handvat
gevest {zn.}

Raak die knop niet aan!

Niet op die knop drukken.

loop [m], steel [m], roer [o], pijp [v], kanaal [o], buis [v] {zn.}

loop [m]
steel [m]
roer [o]
pijp [v]
kanaal [o]
buis [v] {zn.}

Hij zat daar een pijp te roken.

Ik loop graag.

stelen, ontvreemden, gappen {ww.}

stelen
ontvreemden
gappen {ww.}

ik gap
jij gapt
hij/zij/het gapt

ik steel
jij steelt
hij/zij/het steelt
» meer vervoegingen van stelen

Kunt ge mij het stelen aanleren?

Ik betrapte hem op het stelen van geld.

stelen, pikken, dieven, kapen, weggappen, snuffelen, snaaien, rausjen, ratsen, ontvreemden, klauwen, kaaien, jatten, jatmouzen, gappen {ww.}

stelen
pikken
dieven
kapen
weggappen
snuffelen
snaaien
rausjen
ratsen
ontvreemden
klauwen
kaaien
jatten
jatmouzen
gappen {ww.}

ik dief
jij dieft
hij/zij/het dieft

ik steel
jij steelt
hij/zij/het steelt
» meer vervoegingen van stelen

Pas op voor dieven in deze omgeving.

Vergeet me niet op te pikken om zes uur morgenochtend.