Vertaling van stelen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
stelen, ontvreemden, gappen {ww.}
stelen
ontvreemden
gappen {ww.}
ontvreemden
gappen {ww.}
ik gap
jij gapt
hij/zij/het gapt
ik steel
jij steelt
hij/zij/het steelt
» meer vervoegingen van stelen
Kunt ge mij het stelen aanleren?
Kunt ge mij het stelen aanleren?
Ik betrapte hem op het stelen van geld.
Ik betrapte hem op het stelen van geld.
stelen, pikken, dieven, kapen, weggappen, snuffelen, snaaien, rausjen, ratsen, ontvreemden, klauwen, kaaien, jatten, jatmouzen, gappen {ww.}
stelen
pikken
dieven
kapen
weggappen
snuffelen
snaaien
rausjen
ratsen
ontvreemden
klauwen
kaaien
jatten
jatmouzen
gappen {ww.}
pikken
dieven
kapen
weggappen
snuffelen
snaaien
rausjen
ratsen
ontvreemden
klauwen
kaaien
jatten
jatmouzen
gappen {ww.}
ik dief
jij dieft
hij/zij/het dieft
ik steel
jij steelt
hij/zij/het steelt
» meer vervoegingen van stelen
Pas op voor dieven in deze omgeving.
Pas op voor dieven in deze omgeving.
Vergeet me niet op te pikken om zes uur morgenochtend.
Vergeet me niet op te pikken om zes uur morgenochtend.
steel (mv. stelen), bloemsteel {zn.}
steel (mv. stelen)
bloemsteel {zn.}
bloemsteel {zn.}
De plant heeft een ondergrondse steel.
De plant heeft een ondergrondse steel.
knop , steel (mv. stelen) , heft, hals , handvat, gevest {zn.}
knop
steel (mv. stelen)
heft
hals
handvat
gevest {zn.}
steel (mv. stelen)
heft
hals
handvat
gevest {zn.}
Raak die knop niet aan!
Raak die knop niet aan!
Niet op die knop drukken.
Niet op die knop drukken.
loop , steel (mv. stelen) , roer , pijp , kanaal , buis {zn.}
loop
steel (mv. stelen)
roer
pijp
kanaal
buis {zn.}
steel (mv. stelen)
roer
pijp
kanaal
buis {zn.}
Hij zat daar een pijp te roken.
Hij zat daar een pijp te roken.
Ik loop graag.
Ik loop graag.
steel (mv. stelen), bladsteel {zn.}
steel (mv. stelen)
bladsteel {zn.}
bladsteel {zn.}
halm , steel (mv. stelen) , stengel {zn.}
halm
steel (mv. stelen)
stengel {zn.}
steel (mv. stelen)
stengel {zn.}
steel {zn.}
steel {zn.}
stok, steel , stengel {zn.}
stok
steel
stengel {zn.}
steel
stengel {zn.}
Argument met de knuppel, beroep op de stok
Argument met de knuppel, beroep op de stok
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Kunt ge mij het stelen aanleren?
Kunt ge mij het stelen aanleren?
Ik betrapte hem op het stelen van geld.
Ik betrapte hem op het stelen van geld.