Vertaling van roer

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
roer [o], geweer [o] {zn.}
roer [o]
geweer [o] {zn.}
Heeft Tom altijd een geweer bij zich?
Heeft Tom altijd een geweer bij zich?
Voeg de kurkuma en kerriepoeder toe en roer goed.
Voeg de kurkuma en kerriepoeder toe en roer goed.
roer [o], geweer [o], vuurwapen [o], schietwapen [o] {zn.}
roer [o]
geweer [o]
vuurwapen [o]
schietwapen [o] {zn.}
roer [o] {zn.}
roer [o] {zn.}
Roer {eigenn.}
Roer {eigenn.}
loop [m], steel [m], roer [o], pijp [v], kanaal [o], buis [v] {zn.}
loop [m]
steel [m]
roer [o]
pijp [v]
kanaal [o]
buis [v] {zn.}
Hij zat daar een pijp te roken.
Hij zat daar een pijp te roken.
De plant heeft een ondergrondse steel.
De plant heeft een ondergrondse steel.
stuur [o], roer [o] {zn.}
stuur [o]
roer [o] {zn.}
Stuur het naar me op.
Stuur het naar me op.
Stuur me alsjeblieft een kaartje zodra je aankomt.
Stuur me alsjeblieft een kaartje zodra je aankomt.
doorroeren, omroeren, roeren {ww.}
doorroeren
omroeren
roeren {ww.}

ik roer door
jij roert door
hij/zij/het roert door

ik roer door
jij roert door
hij/zij/het roert door
» meer vervoegingen van doorroeren

roeren, doorroeren {ww.}
roeren
doorroeren {ww.}

ik roer door
jij roert door
hij/zij/het roert door

ik roer
jij roert
hij/zij/het roert
» meer vervoegingen van roeren

roeren {ww.}
roeren {ww.}

ik roer
jij roert
hij/zij/het roert

ik roer
jij roert
hij/zij/het roert
» meer vervoegingen van roeren

ontroeren, bewegen, roeren {ww.}
ontroeren
bewegen
roeren {ww.}

ik beweeg
jij beweegt
hij/zij/het beweegt

ik ontroer
jij ontroert
hij/zij/het ontroert
» meer vervoegingen van ontroeren

verzetten, kanten, roeren, vechten, verweren, keren, weren {ww.}
verzetten
kanten
roeren
vechten
verweren
keren
weren {ww.}

ik kant
jij kant
hij/zij/het kant

ik verzet
jij verzet
hij/zij/het verzet
» meer vervoegingen van verzetten

verroeren, roeren {ww.}
verroeren
roeren {ww.}

ik roer
jij roert
hij/zij/het roert

ik verroer
jij verroert
hij/zij/het verroert
» meer vervoegingen van verroeren



Gerelateerd aan roer

geweer - vuurwapen - schietwapen - Roer - loop - steel - pijp - kanaal - buis - stuur - doorroeren - omroeren - roeren - ontroeren - bewegenbewerken - rondwentelen - raken - handelen - bewegen