Vertaling van stengel

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
stengel [m], spier, spriet, halm [m] {zn.}
stengel [m]
spier
spriet
halm [m] {zn.}
stengel {zn.}
stengel {zn.}
steel [m], stengel [m], halm [m] {zn.}
steel [m]
stengel [m]
halm [m] {zn.}
De plant heeft een ondergrondse steel.
De plant heeft een ondergrondse steel.
stengel {zn.}
stengel {zn.}
stok, steel [m] (de ~), stengel [m] (de ~) {zn.}
stok
steel [m] (de ~)
stengel [m] (de ~) {zn.}
Argument met de knuppel, beroep op de stok
Argument met de knuppel, beroep op de stok


Gerelateerd aan stengel

spier - spriet - halm - steel - stokzoutje - deel - lid - blad