Vertaling van korten

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
korten, aftrekken, inhouden, aftellen {ww.}
korten
aftrekken
inhouden
aftellen {ww.}

ik tel af
jij telt af
hij/zij/het telt af

ik kort
jij kort
hij/zij/het kort
» meer vervoegingen van korten

De student besloot zijn paper in te korten door de overbodige details eruit te halen.
De student besloot zijn paper in te korten door de overbodige details eruit te halen.
korten, korting geven, aftrekken, afslaan {ww.}
korten
korting geven
aftrekken
afslaan {ww.}

ik sla af
jij slaat af
hij/zij/het slaat af

ik kort
jij kort
hij/zij/het kort
» meer vervoegingen van korten

korten, inkrimpen, krimpen {ww.}
korten
inkrimpen
krimpen {ww.}

ik krimp in
jij krimpt in
hij/zij/het krimpt in

ik kort
jij kort
hij/zij/het kort
» meer vervoegingen van korten

korten, bekorten, verkorten, inkorten {ww.}
korten
bekorten
verkorten
inkorten {ww.}

ik bekort
jij bekort
hij/zij/het bekort

ik kort
jij kort
hij/zij/het kort
» meer vervoegingen van korten

korten {ww.}
korten {ww.}

ik kort
jij kort
hij/zij/het kort

ik kort
jij kort
hij/zij/het kort
» meer vervoegingen van korten


Gerelateerd aan korten

aftrekken - inhouden - aftellen - korting geven - afslaan - inkrimpen - krimpen - bekorten - verkorten - inkortenreduceren - bezuinigen