Vertaling van reduceren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
reduceren {ww.}
reduceren {ww.}
ik reduceer
jij reduceert
hij/zij/het reduceert
ik reduceer
jij reduceert
hij/zij/het reduceert
» meer vervoegingen van reduceren
zetten, vereenvoudigen, inkrimpen, reduceren, herleiden {ww.}
zetten
vereenvoudigen
inkrimpen
reduceren
herleiden {ww.}
vereenvoudigen
inkrimpen
reduceren
herleiden {ww.}
ik herleid
jij herleidt
hij/zij/het herleidt
ik zet
jij zet
hij/zij/het zet
» meer vervoegingen van zetten
Streef ernaar om alles te vereenvoudigen.
Streef ernaar om alles te vereenvoudigen.
We zetten vallen om kakkerlakken te vangen.
We zetten vallen om kakkerlakken te vangen.
terugbrengen, terugvoeren, reduceren {ww.}
terugbrengen
terugvoeren
reduceren {ww.}
terugvoeren
reduceren {ww.}
ik reduceer
jij reduceert
hij/zij/het reduceert
ik breng terug
jij brengt terug
hij/zij/het brengt terug
» meer vervoegingen van terugbrengen
Ik moet de boeken voor zaterdag terugbrengen.
Ik moet de boeken voor zaterdag terugbrengen.
Ik moet dit boek vandaag terugbrengen.
Ik moet dit boek vandaag terugbrengen.
terugbrengen, verminderen, minderen, verkleinen, reduceren {ww.}
terugbrengen
verminderen
minderen
verkleinen
reduceren {ww.}
verminderen
minderen
verkleinen
reduceren {ww.}
ik minder
jij mindert
hij/zij/het mindert
ik breng terug
jij brengt terug
hij/zij/het brengt terug
» meer vervoegingen van terugbrengen
Ik moet deze boeken terugbrengen naar de bibliotheek.
Ik moet deze boeken terugbrengen naar de bibliotheek.
Ik moet dit boek naar de bibliotheek terugbrengen.
Ik moet dit boek naar de bibliotheek terugbrengen.