Vertaling van kracht

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
kracht, vermogen {zn.}
kracht
vermogen {zn.}
Onderschat mijn kracht niet.
Onderschat mijn kracht niet.
Moge de kracht met je zijn.
Moge de kracht met je zijn.
kracht [m] (de ~), lichaamskracht {zn.}
kracht [m] (de ~)
lichaamskracht {zn.}
Vereende kracht is sterker
Vereende kracht is sterker
Mary gelooft in de kracht van de liefde.
Mary gelooft in de kracht van de liefde.
macht, kracht, sterkte {zn.}
macht
kracht
sterkte {zn.}
Kennis is macht.
Kennis is macht.
Kennis is macht.
Kennis is macht.
kracht {zn.}
kracht {zn.}
Piekeren neemt de zorgen voor morgen niet weg, maar wel de kracht van vandaag.
Piekeren neemt de zorgen voor morgen niet weg, maar wel de kracht van vandaag.
kracht [m] (de ~) {zn.}
kracht [m] (de ~) {zn.}
kracht [m] (de ~), werkkracht [m] (de ~), loontrekker [m] (de ~), arbeidskracht [m] (de ~), arbeider [m] (de ~), werknemer [m] (de ~) {zn.}
kracht [m] (de ~)
werkkracht [m] (de ~)
loontrekker [m] (de ~)
arbeidskracht [m] (de ~)
arbeider [m] (de ~)
werknemer [m] (de ~) {zn.}
kracht [m] (de ~), werkzaamheid [v] (de ~), werking [v] (de ~) {zn.}
kracht [m] (de ~)
werkzaamheid [v] (de ~)
werking [v] (de ~) {zn.}
kracht [m] (de ~) {zn.}
kracht [m] (de ~) {zn.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Onderschat mijn kracht niet.

Onderschat mijn kracht niet.

Moge de kracht met je zijn.

Moge de kracht met je zijn.

Vereende kracht is sterker

Vereende kracht is sterker

Mary gelooft in de kracht van de liefde.

Mary gelooft in de kracht van de liefde.

Piekeren neemt de zorgen voor morgen niet weg, maar wel de kracht van vandaag.

Piekeren neemt de zorgen voor morgen niet weg, maar wel de kracht van vandaag.

Tranen hebben soms de kracht van woorden

Tranen hebben soms de kracht van woorden

Niet met kracht maar door rede(voering)

Niet met kracht maar door rede(voering)

Met de kracht van de waarheid heb ik levend het universum veroverd

Met de kracht van de waarheid heb ik levend het universum veroverd