Vertaling van nogal
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
nogal, tamelijk, tussenin {bw.}
nogal
tamelijk
tussenin {bw.}
tamelijk
tussenin {bw.}
een beetje, een weinig, enigszins, nogal, tamelijk, wat {bw.}
een beetje
een weinig
enigszins
nogal
tamelijk
wat {bw.}
een weinig
enigszins
nogal
tamelijk
wat {bw.}
basta, genoeg, nogal, tamelijk, vrij, voldoende {bw.}
basta
genoeg
nogal
tamelijk
vrij
voldoende {bw.}
genoeg
nogal
tamelijk
vrij
voldoende {bw.}
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Dat is nogal onverwacht.
Dat is nogal onverwacht.
Hij is nogal levendig.
Hij is nogal levendig.
Het is nogal ironisch.
Het is nogal ironisch.
Hierdoor was ik nogal geschokt.
Hierdoor was ik nogal geschokt.
Ze voelde zich nogal moe.
Ze voelde zich nogal moe.
Mijn nieuwe laarzen zijn van echt leer en hebben nogal hoge hakken.
Mijn nieuwe laarzen zijn van echt leer en hebben nogal hoge hakken.
Ze was vroeger nogal verlegen, maar sinds ze naar de universiteit is gegaan, is ze echt tot bloei gekomen.
Ze was vroeger nogal verlegen, maar sinds ze naar de universiteit is gegaan, is ze echt tot bloei gekomen.