Vertaling van tamelijk
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
een beetje, een weinig, enigszins, nogal, tamelijk, wat {bw.}
een beetje
een weinig
enigszins
nogal
tamelijk
wat {bw.}
een weinig
enigszins
nogal
tamelijk
wat {bw.}
nogal, tamelijk, tussenin {bw.}
nogal
tamelijk
tussenin {bw.}
tamelijk
tussenin {bw.}
aardig, tamelijk, vrij {bw.}
aardig
tamelijk
vrij {bw.}
tamelijk
vrij {bw.}
basta, genoeg, nogal, tamelijk, vrij, voldoende {bw.}
basta
genoeg
nogal
tamelijk
vrij
voldoende {bw.}
genoeg
nogal
tamelijk
vrij
voldoende {bw.}
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Het binnenste van een granaat is tamelijk groot.
Het binnenste van een granaat is tamelijk groot.
Vanuit de ruimte lijkt de Aarde tamelijk klein.
Vanuit de ruimte lijkt de Aarde tamelijk klein.