Vertaling van nogmaals
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
nogmaals, opnieuw, van voren af aan, wederom, weer, alweer, weder {bw.}
nogmaals
opnieuw
van voren af aan
wederom
weer
alweer
weder {bw.}
opnieuw
van voren af aan
wederom
weer
alweer
weder {bw.}
nogmaals, van voren af aan, weder, wederom, weer, alweer {bw.}
nogmaals
van voren af aan
weder
wederom
weer
alweer {bw.}
van voren af aan
weder
wederom
weer
alweer {bw.}
nog een keer, nogmaals {bw.}
nog een keer
nogmaals {bw.}
nogmaals {bw.}
bis, nogmaals, nog een keer, weer {bw.}
bis
nogmaals
nog een keer
weer {bw.}
nogmaals
nog een keer
weer {bw.}
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Nee, nee en nogmaals nee!
Nee, nee en nogmaals nee!
Nogmaals bedankt dat je me opnieuw gered heeft.
Nogmaals bedankt dat je me opnieuw gered heeft.
Dit bericht maakte Al-Sayib zo woedend, dat hij nogmaals Fanta morste.
Dit bericht maakte Al-Sayib zo woedend, dat hij nogmaals Fanta morste.