Vertaling van weder

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
nogmaals, van voren af aan, weder, wederom, weer, alweer {bw.}
nogmaals
van voren af aan
weder
wederom
weer
alweer {bw.}
nogmaals, opnieuw, van voren af aan, wederom, weer, alweer, weder {bw.}
nogmaals
opnieuw
van voren af aan
wederom
weer
alweer
weder {bw.}
weer [o], weersomstandigheden, weder [o] {zn.}
weer [o]
weersomstandigheden
weder [o] {zn.}
Hoe is het weer?
Hoe is het weer?
Hoe is het weer?
Hoe is het weer?
terugkomen, wederkeren, terugkeren, weeromkomen, wederkomen {ww.}
terugkomen
wederkeren
terugkeren
weeromkomen
wederkomen {ww.}

ik keer terug
jij keert terug
hij/zij/het keert terug

ik kom terug
jij komt terug
hij/zij/het komt terug
» meer vervoegingen van terugkomen

Je moet hier blijven totdat we terugkomen.
Je moet hier blijven totdat we terugkomen.
Ik denk dat hij nooit meer zal terugkomen.
Ik denk dat hij nooit meer zal terugkomen.
wederkeren, zich herhalen {ww.}
wederkeren
zich herhalen {ww.}

ik keer weder
jij keert weder
hij/zij/het keert weder

ik keer weder
jij keert weder
hij/zij/het keert weder
» meer vervoegingen van wederkeren

Bedenk, mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren
Bedenk, mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren
terugkeren, wederkeren, weerkeren, weerkomen, wederkomen {ww.}
terugkeren
wederkeren
weerkeren
weerkomen
wederkomen {ww.}

ik keer terug
jij keert terug
hij/zij/het keert terug

ik keer terug
jij keert terug
hij/zij/het keert terug
» meer vervoegingen van terugkeren

Ik zou graag dit dorp verlaten en nooit meer terugkeren.
Ik zou graag dit dorp verlaten en nooit meer terugkeren.