Vertaling van ontvluchten
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
ontsnappen, ontvluchten, ontglippen, wegkomen, ontslippen {ww.}
ontsnappen
ontvluchten
ontglippen
wegkomen
ontslippen {ww.}
ontvluchten
ontglippen
wegkomen
ontslippen {ww.}
ik ontglip
jij ontglipt
hij/zij/het ontglipt
ik ontsnap
jij ontsnapt
hij/zij/het ontsnapt
» meer vervoegingen van ontsnappen
Hij slaagde erin om te ontsnappen.
Hij slaagde erin om te ontsnappen.
Zijn poging tot ontsnappen was geslaagd.
Zijn poging tot ontsnappen was geslaagd.
ontvlieden, vlieden, ontvluchten {ww.}
ontvlieden
vlieden
ontvluchten {ww.}
vlieden
ontvluchten {ww.}
ik ontvlied
jij ontvliedt
hij/zij/het ontvliedt
ik ontvlied
jij ontvliedt
hij/zij/het ontvliedt
» meer vervoegingen van ontvlieden