Vertaling van oor

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
oor, klink, kruk, hengsel, handvat {zn.}
oor
klink
kruk
hengsel
handvat {zn.}
Hij drukte zijn oor tegen de muur.
Hij drukte zijn oor tegen de muur.
Ik heb geen oor voor muziek.
Ik heb geen oor voor muziek.
oor, greep, handvat, grijper {zn.}
oor
greep
handvat
grijper {zn.}
Hij greep me bij mijn kraag.
Hij greep me bij mijn kraag.
De haas bloedt aan het oor.
De haas bloedt aan het oor.
oor [o] {zn.}
oor [o] {zn.}
oor [o] (het ~), gehoororgaan {zn.}
oor [o] (het ~)
gehoororgaan {zn.}
oor [o] (het ~) {zn.}
oor [o] (het ~) {zn.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Hij drukte zijn oor tegen de muur.

Hij drukte zijn oor tegen de muur.

Ik heb geen oor voor muziek.

Ik heb geen oor voor muziek.

De haas bloedt aan het oor.

De haas bloedt aan het oor.


Gerelateerd aan oor

klink - kruk - hengsel - handvat - greep - grijper - gehoororgaanlichaamsdeel - handvat - oorklier - trommel - binnenoor - eustachiusbuis - oorschelp - gehoorgang