Vertaling van oplappen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
stoppen, flikken, verstellen, oplappen, lappen, boeten {ww.}
stoppen
flikken
verstellen
oplappen
lappen
boeten {ww.}
flikken
verstellen
oplappen
lappen
boeten {ww.}
ik zal boeten
ik zou boeten
jij zult boeten
ik zal stoppen
ik zou stoppen
jij zult stoppen
» meer vervoegingen van stoppen
Jullie zijn studenten! Alleen nu kunnen jullie zoiets flikken!
Jullie zijn studenten! Alleen nu kunnen jullie zoiets flikken!
Je moet stoppen met drinken.
Je moet stoppen met drinken.
opknappen, opkalefateren, oplappen {ww.}
opknappen
opkalefateren
oplappen {ww.}
opkalefateren
oplappen {ww.}
ik zal opkalefateren
ik zou opkalefateren
jij zult opkalefateren
ik zal opknappen
ik zou opknappen
jij zult opknappen
» meer vervoegingen van opknappen