Vertaling van lappen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
lappen, opdweilen, dweilen {ww.}
lappen
opdweilen
dweilen {ww.}

ik dweil
jij dweilt
hij/zij/het dweilt

ik lap
jij lapt
hij/zij/het lapt
» meer vervoegingen van lappen

stoppen, flikken, verstellen, oplappen, lappen, boeten {ww.}
stoppen
flikken
verstellen
oplappen
lappen
boeten {ww.}

ik boet
jij boet
hij/zij/het boet

ik stop
jij stopt
hij/zij/het stopt
» meer vervoegingen van stoppen

Jullie zijn studenten! Alleen nu kunnen jullie zoiets flikken!
Jullie zijn studenten! Alleen nu kunnen jullie zoiets flikken!
Je moet stoppen met drinken.
Je moet stoppen met drinken.
lappen, zemen {ww.}
lappen
zemen {ww.}

ik lap
jij lapt
hij/zij/het lapt

ik lap
jij lapt
hij/zij/het lapt
» meer vervoegingen van lappen

lappen, verstellen {ww.}
lappen
verstellen {ww.}

ik lap
jij lapt
hij/zij/het lapt

ik lap
jij lapt
hij/zij/het lapt
» meer vervoegingen van lappen

lappen {ww.}
lappen {ww.}

ik lap
jij lapt
hij/zij/het lapt

ik lap
jij lapt
hij/zij/het lapt
» meer vervoegingen van lappen

ingezet stuk, lap (mv. lappen), lapwerk, opgezet stuk, stop, verstelgoed {zn.}
ingezet stuk
lap (mv. lappen)
lapwerk
opgezet stuk
stop
verstelgoed {zn.}
Lap, Laplander {zn.}
Lap
Laplander {zn.}
flard [v], vodje [o], lap (mv. lappen), lomp, lor, tod, vod {zn.}
flard [v]
vodje [o]
lap (mv. lappen)
lomp
lor
tod
vod {zn.}
inspringen, invallen, lappen {ww.}
inspringen
invallen
lappen {ww.}

ik spring in
jij springt in
hij/zij/het springt in

ik spring in
jij springt in
hij/zij/het springt in
» meer vervoegingen van inspringen

dubbelen, lappen {ww.}
dubbelen
lappen {ww.}

ik dubbel
jij dubbelt
hij/zij/het dubbelt

ik dubbel
jij dubbelt
hij/zij/het dubbelt
» meer vervoegingen van dubbelen

betalen, uittellen, schuiven, neerleggen, schokken, offeren, neertellen, lappen, dokken {ww.}
betalen
uittellen
schuiven
neerleggen
schokken
offeren
neertellen
lappen
dokken {ww.}

ik betaal
jij betaalt
hij/zij/het betaalt

ik betaal
jij betaalt
hij/zij/het betaalt
» meer vervoegingen van betalen

Ze moeten vooraf betalen.
Ze moeten vooraf betalen.
Kan ik via creditcard betalen?
Kan ik via creditcard betalen?
klaarspelen, bolwerken, fiksen, klaren, koersen, managen, rooien, lappen {ww.}
klaarspelen
bolwerken
fiksen
klaren
koersen
managen
rooien
lappen {ww.}

ik bolwerk
jij bolwerkt
hij/zij/het bolwerkt

ik speel klaar
jij speelt klaar
hij/zij/het speelt klaar
» meer vervoegingen van klaarspelen

lap [m] (de ~), lapje (het ~) {zn.}
lap [m] (de ~)
lapje (het ~) {zn.}
lap [m] (de ~) {zn.}
lap [m] (de ~) {zn.}