Vertaling van lappen
opdweilen
dweilen {ww.}
ik dweil
jij dweilt
hij/zij/het dweilt
ik lap
jij lapt
hij/zij/het lapt
» meer vervoegingen van lappen
flikken
verstellen
oplappen
lappen
boeten {ww.}
ik boet
jij boet
hij/zij/het boet
ik stop
jij stopt
hij/zij/het stopt
» meer vervoegingen van stoppen
zemen {ww.}
ik lap
jij lapt
hij/zij/het lapt
ik lap
jij lapt
hij/zij/het lapt
» meer vervoegingen van lappen
verstellen {ww.}
ik lap
jij lapt
hij/zij/het lapt
ik lap
jij lapt
hij/zij/het lapt
» meer vervoegingen van lappen
ik lap
jij lapt
hij/zij/het lapt
ik lap
jij lapt
hij/zij/het lapt
» meer vervoegingen van lappen
lap (mv. lappen)
lapwerk
opgezet stuk
stop
verstelgoed {zn.}
Laplander {zn.}
vodje
lap (mv. lappen)
lomp
lor
tod
vod {zn.}
invallen
lappen {ww.}
ik spring in
jij springt in
hij/zij/het springt in
ik spring in
jij springt in
hij/zij/het springt in
» meer vervoegingen van inspringen
lappen {ww.}
ik dubbel
jij dubbelt
hij/zij/het dubbelt
ik dubbel
jij dubbelt
hij/zij/het dubbelt
» meer vervoegingen van dubbelen
uittellen
schuiven
neerleggen
schokken
offeren
neertellen
lappen
dokken {ww.}
ik betaal
jij betaalt
hij/zij/het betaalt
ik betaal
jij betaalt
hij/zij/het betaalt
» meer vervoegingen van betalen
bolwerken
fiksen
klaren
koersen
managen
rooien
lappen {ww.}
ik bolwerk
jij bolwerkt
hij/zij/het bolwerkt
ik speel klaar
jij speelt klaar
hij/zij/het speelt klaar
» meer vervoegingen van klaarspelen
lapje {zn.}