Vertaling van opleiden
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
opleiden, bekwamen {ww.}
opleiden
bekwamen {ww.}
bekwamen {ww.}
ik zal bekwamen
jij zult bekwamen
hij/zij/het zal bekwamen
ik zal opleiden
jij zult opleiden
hij/zij/het zal opleiden
» meer vervoegingen van opleiden
kweken, opvoeden, opleiden, grootbrengen, dresseren {ww.}
kweken
opvoeden
opleiden
grootbrengen
dresseren {ww.}
opvoeden
opleiden
grootbrengen
dresseren {ww.}
ik zal dresseren
jij zult dresseren
hij/zij/het zal dresseren
ik zal kweken
jij zult kweken
hij/zij/het zal kweken
» meer vervoegingen van kweken
Mijn vader heeft als hobby het kweken van rozen.
Mijn vader heeft als hobby het kweken van rozen.
Ik wil goede groenten kweken, rijst, fruit enzovoort.
Ik wil goede groenten kweken, rijst, fruit enzovoort.
opleiden {ww.}
opleiden {ww.}
ik zal opleiden
ik zou opleiden
jij zult opleiden
ik zal opleiden
ik zou opleiden
jij zult opleiden
» meer vervoegingen van opleiden
scholen, opleiden {ww.}
scholen
opleiden {ww.}
opleiden {ww.}
ik zal opleiden
ik zou opleiden
jij zult opleiden
ik zal scholen
ik zou scholen
jij zult scholen
» meer vervoegingen van scholen
In Europa beginnen de scholen in september.
In Europa beginnen de scholen in september.
Je kan niet alles van de scholen verwachten.
Je kan niet alles van de scholen verwachten.