Vertaling van opsluiten

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
opsluiten, gevangen zetten {ww.}
opsluiten
gevangen zetten {ww.}

ik zal opsluiten
ik zou opsluiten
jij zult opsluiten

ik zal opsluiten
ik zou opsluiten
jij zult opsluiten
» meer vervoegingen van opsluiten

bergen, wegbergen, opsluiten, opbergen, insluiten {ww.}
bergen
wegbergen
opsluiten
opbergen
insluiten {ww.}

ik zal bergen
ik zou bergen
jij zult bergen

ik zal bergen
ik zou bergen
jij zult bergen
» meer vervoegingen van bergen

Ik was in de bergen.
Ik was in de bergen.
Tom had zich in de bergen verscholen.
Tom had zich in de bergen verscholen.
wegsluiten, opsluiten, wegbergen, insluiten {ww.}
wegsluiten
opsluiten
wegbergen
insluiten {ww.}

ik zal insluiten
ik zou insluiten
jij zult insluiten

ik zal wegsluiten
ik zou wegsluiten
jij zult wegsluiten
» meer vervoegingen van wegsluiten

kooien, insluiten, opsluiten {ww.}
kooien
insluiten
opsluiten {ww.}

ik zal insluiten
ik zou insluiten
jij zult insluiten

ik zal kooien
ik zou kooien
jij zult kooien
» meer vervoegingen van kooien

terugtrekken, opsluiten, retireren, afzonderen {ww.}
terugtrekken
opsluiten
retireren
afzonderen {ww.}

ik zal afzonderen
jij zult afzonderen
hij/zij/het zal afzonderen

ik zal terugtrekken
jij zult terugtrekken
hij/zij/het zal terugtrekken
» meer vervoegingen van terugtrekken



Gerelateerd aan opsluiten

gevangen zetten - bergen - wegbergen - opbergen - insluiten - wegsluiten - kooien - terugtrekken - retireren - afzonderenbegrenzen - stellen - verwijderen