Vertaling van opvallen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
opvallen {ww.}
opvallen {ww.}
ik zal opvallen
ik zou opvallen
jij zult opvallen
ik zal opvallen
ik zou opvallen
jij zult opvallen
» meer vervoegingen van opvallen
Ik heb mijn oranje sjaal en witte schort zeer helder gemaakt, zodat het mensen gelijk zou opvallen.
Ik heb mijn oranje sjaal en witte schort zeer helder gemaakt, zodat het mensen gelijk zou opvallen.
slaan, opvallen, kloppen, klappen {ww.}
slaan
opvallen
kloppen
klappen {ww.}
opvallen
kloppen
klappen {ww.}
ik zal klappen
jij zult klappen
hij/zij/het zal klappen
ik zal slaan
jij zult slaan
hij/zij/het zal slaan
» meer vervoegingen van slaan
Ik heb een oplossing gevonden, maar ik had ze zo snel, dat ze niet kan kloppen.
Ik heb een oplossing gevonden, maar ik had ze zo snel, dat ze niet kan kloppen.
Het was niet mijn bedoeling hem te slaan.
Het was niet mijn bedoeling hem te slaan.
onderscheiden, opvallen {ww.}
onderscheiden
opvallen {ww.}
opvallen {ww.}
ik zal onderscheiden
ik zou onderscheiden
jij zult onderscheiden
ik zal onderscheiden
ik zou onderscheiden
jij zult onderscheiden
» meer vervoegingen van onderscheiden
Kan jij boter van margarine onderscheiden?
Kan jij boter van margarine onderscheiden?
Realiteit en fantasie zijn moeilijk te onderscheiden.
Realiteit en fantasie zijn moeilijk te onderscheiden.