Vertaling van peilen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
peilen {ww.}
peilen {ww.}
ik peil
jij peilt
hij/zij/het peilt
ik peil
jij peilt
hij/zij/het peilt
» meer vervoegingen van peilen
peilen, de positie bepalen van {ww.}
peilen
de positie bepalen van {ww.}
de positie bepalen van {ww.}
ik peil
jij peilt
hij/zij/het peilt
ik peil
jij peilt
hij/zij/het peilt
» meer vervoegingen van peilen
peilen {zn.}
peilen {zn.}
peilen {ww.}
peilen {ww.}
ik peil
jij peilt
hij/zij/het peilt
ik peil
jij peilt
hij/zij/het peilt
» meer vervoegingen van peilen
peilen, aftasten {ww.}
peilen
aftasten {ww.}
aftasten {ww.}
ik tast af
jij tast af
hij/zij/het tast af
ik peil
jij peilt
hij/zij/het peilt
» meer vervoegingen van peilen
vissen naar, vademen, sonderen, polsen, peilen, loden {ww.}
vissen naar
vademen
sonderen
polsen
peilen
loden {ww.}
vademen
sonderen
polsen
peilen
loden {ww.}
ik lood
jij loodt
hij/zij/het loodt
ik vadem
jij vademt
hij/zij/het vademt
» meer vervoegingen van vademen
peilen {ww.}
peilen {ww.}
ik peil
jij peilt
hij/zij/het peilt
ik peil
jij peilt
hij/zij/het peilt
» meer vervoegingen van peilen
hoogte, niveau, peil (mv. peilen), plan {zn.}
hoogte
niveau
peil (mv. peilen)
plan {zn.}
niveau
peil (mv. peilen)
plan {zn.}
niveau, peil {zn.}
niveau
peil {zn.}
peil {zn.}
Als ik Esperanto gebruik met hem, voel ik dat we beiden op hetzelfde peil staan, tenminste als we dat zien uit het oogpunt van taal.
Als ik Esperanto gebruik met hem, voel ik dat we beiden op hetzelfde peil staan, tenminste als we dat zien uit het oogpunt van taal.
Als ik Esperanto gebruik met hem, voel ik dat we beiden op hetzelfde peil staan, tenminste als we dat zien uit het oogpunt van taal.
Als ik Esperanto gebruik met hem, voel ik dat we beiden op hetzelfde peil staan, tenminste als we dat zien uit het oogpunt van taal.
plan , niveau , peil , level {zn.}
plan
niveau
peil
level {zn.}
niveau
peil
level {zn.}
Het plan zal werken.
Het plan zal werken.
Zijn plan is gevaarlijk!
Zijn plan is gevaarlijk!