Vertaling van pil

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
pil [v] {zn.}
pil [v] {zn.}
Wist je dat mannen die regelmatig de pil slikken niet zwanger raken?
Wist je dat mannen die regelmatig de pil slikken niet zwanger raken?
pil {zn.}
pil {zn.}
pil [m] (de ~), poeier, lel [m] (de ~) {zn.}
pil [m] (de ~)
poeier
lel [m] (de ~) {zn.}
pil {zn.}
pil {zn.}
pil [m] (de ~), anticonceptiepil [m] (de ~) {zn.}
pil [m] (de ~)
anticonceptiepil [m] (de ~) {zn.}
dokter [m] (de ~), arts [m] (de ~), pil [m] (de ~), medicus [m] (de ~), heelmeester [m] (de ~), geneeskundige [m] (de ~), geneesheer [m] (de ~), esculaap {zn.}
dokter [m] (de ~)
arts [m] (de ~)
pil [m] (de ~)
medicus [m] (de ~)
heelmeester [m] (de ~)
geneeskundige [m] (de ~)
geneesheer [m] (de ~)
esculaap {zn.}
Roep de dokter!
Roep de dokter!
Dokter, ik heb buikpijn.
Dokter, ik heb buikpijn.
turf [m] (de ~), pil [m] (de ~) {zn.}
turf [m] (de ~)
pil [m] (de ~) {zn.}
Als as meel en turf spek was, aten we alle dagen spekpannenkoeken.
Als as meel en turf spek was, aten we alle dagen spekpannenkoeken.
Als as meel en turf spek was, aten we alle dagen spekpannenkoeken.
Als as meel en turf spek was, aten we alle dagen spekpannenkoeken.