Vertaling van ren

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
ren {zn.}
ren {zn.}
Ren!
Ren!
Ren voor je leven!
Ren voor je leven!
loop [m], ren {zn.}
loop [m]
ren {zn.}
Ren zo snel als je kan.
Ren zo snel als je kan.
Ik loop graag.
Ik loop graag.
ren {zn.}
ren {zn.}
ren [m] (de ~), renloop {zn.}
ren [m] (de ~)
renloop {zn.}
ren [m] (de ~) {zn.}
ren [m] (de ~) {zn.}
rennen, hardlopen, snellen, hollen {ww.}
rennen
hardlopen
snellen
hollen {ww.}

ik loop hard
jij loopt hard
hij/zij/het loopt hard

ik ren
jij rent
hij/zij/het rent
» meer vervoegingen van rennen

Ik kan rennen.
Ik kan rennen.
Ik kan rennen.
Ik kan rennen.
rennen, hardlopen, sprinten, snellen, racen, hollen {ww.}
rennen
hardlopen
sprinten
snellen
racen
hollen {ww.}

ik loop hard
jij loopt hard
hij/zij/het loopt hard

ik ren
jij rent
hij/zij/het rent
» meer vervoegingen van rennen

Hardlopen is goed voor de gezondheid.
Hardlopen is goed voor de gezondheid.
Ik heb hem zien rennen.
Ik heb hem zien rennen.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Ren!

Ren!

Ren voor je leven!

Ren voor je leven!

Ren zo snel als je kan.

Ren zo snel als je kan.


Gerelateerd aan ren

loop - renloop - rennen - hardlopen - snellen - hollen - sprinten - racenrace - tred - ruimte