Vertaling van ring
wal
beugel {zn.}
ringetje {zn.}
ik ring
jij ringt
hij/zij/het ringt
ik ring
jij ringt
hij/zij/het ringt
» meer vervoegingen van ringen
ik ring
jij ringt
hij/zij/het ringt
ik ring
jij ringt
hij/zij/het ringt
» meer vervoegingen van ringen
ringelen {ww.}
ik ringel
jij ringelt
hij/zij/het ringelt
ik ring
jij ringt
hij/zij/het ringt
» meer vervoegingen van ringen
ik ring
jij ringt
hij/zij/het ringt
ik ring
jij ringt
hij/zij/het ringt
» meer vervoegingen van ringen
Voorbeelden in zinsverband
De ring was nergens te vinden.
De ring was nergens te vinden.
De ring kon nergens gevonden worden.
De ring kon nergens gevonden worden.
De ring was nergens te vinden.
De ring was nergens te vinden.
Het is uit tussen ons. Geef me mijn ring terug!
Het is uit tussen ons. Geef me mijn ring terug!
Haar verloofde gaf haar een heel grote ring.
Haar verloofde gaf haar een heel grote ring.
Haar ring viel in een rivier en zonk naar de bodem.
Haar ring viel in een rivier en zonk naar de bodem.
Welke kleur heeft de uiterst rechtse ring op de Olympische vlag?
Welke kleur heeft de uiterst rechtse ring op de Olympische vlag?
Als je met me wilt trouwen zul je op de knieën moeten en me een ring moeten geven.
Als je met me wilt trouwen zul je op de knieën moeten en me een ring moeten geven.