Vertaling van slip

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
slip, slipje [o] {zn.}
slip
slipje [o] {zn.}
pand [o], jaspand [o], slip [v] {zn.}
pand [o]
jaspand [o]
slip [v] {zn.}
Ruim drieduizend mensen hebben hun handtekening gezet om de sloop van dit historische pand tegen te houden.
Ruim drieduizend mensen hebben hun handtekening gezet om de sloop van dit historische pand tegen te houden.
slip [m] (de ~), slipje [o] (het ~) {zn.}
slip [m] (de ~)
slipje [o] (het ~) {zn.}
slip [m] (de ~) {zn.}
slip [m] (de ~) {zn.}
slip [m] (de ~) {zn.}
slip [m] (de ~) {zn.}
uitglijden, slippen {ww.}
uitglijden
slippen {ww.}

ik slip
jij slipt
hij/zij/het slipt

ik glijd uit
jij glijdt uit
hij/zij/het glijdt uit
» meer vervoegingen van uitglijden

gieren, slippen, een schuiver maken {ww.}
gieren
slippen
een schuiver maken {ww.}

ik gier
jij giert
hij/zij/het giert

ik gier
jij giert
hij/zij/het giert
» meer vervoegingen van gieren

wegglijden, slippen {ww.}
wegglijden
slippen {ww.}

ik slip
jij slipt
hij/zij/het slipt

ik glijd weg
jij glijdt weg
hij/zij/het glijdt weg
» meer vervoegingen van wegglijden

glippen, doorslaan, slippen {ww.}
glippen
doorslaan
slippen {ww.}

ik sla door
jij slaat door
hij/zij/het slaat door

ik glip
jij glipt
hij/zij/het glipt
» meer vervoegingen van glippen



Gerelateerd aan slip

slipje - pand - jaspand - uitglijden - slippen - gieren - een schuiver maken - wegglijden - glippen - doorslaandeel - glijden - verplaatsen