Vertaling van spuwen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
spuwen, spugen {ww.}
spuwen
spugen {ww.}
spugen {ww.}
ik spuug
jij spuugt
hij/zij/het spuugt
ik spuw
jij spuwt
hij/zij/het spuwt
» meer vervoegingen van spuwen
De boete voor spuwen bedraagt vijf pond.
De boete voor spuwen bedraagt vijf pond.
In Singapore is op de grond spuwen een misdaad.
In Singapore is op de grond spuwen een misdaad.
spuwen, spugen, rochelen {ww.}
spuwen
spugen
rochelen {ww.}
spugen
rochelen {ww.}
ik rochel
jij rochelt
hij/zij/het rochelt
ik spuw
jij spuwt
hij/zij/het spuwt
» meer vervoegingen van spuwen
spuwen, spugen, tuffen, kwatten, kwalsteren {ww.}
spuwen
spugen
tuffen
kwatten
kwalsteren {ww.}
spugen
tuffen
kwatten
kwalsteren {ww.}
ik kwalster
jij kwalstert
hij/zij/het kwalstert
ik spuw
jij spuwt
hij/zij/het spuwt
» meer vervoegingen van spuwen
overgeven, spuwen, braken, spugen, vomeren, kotsen {ww.}
overgeven
spuwen
braken
spugen
vomeren
kotsen {ww.}
spuwen
braken
spugen
vomeren
kotsen {ww.}
ik braak
jij braakt
hij/zij/het braakt
ik geef over
jij geeft over
hij/zij/het geeft over
» meer vervoegingen van overgeven
Ik moest overgeven.
Ik moest overgeven.
De inbrekers braken 's nachts in bij de bank.
De inbrekers braken 's nachts in bij de bank.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
De boete voor spuwen bedraagt vijf pond.
De boete voor spuwen bedraagt vijf pond.
In Singapore is op de grond spuwen een misdaad.
In Singapore is op de grond spuwen een misdaad.