Vertaling van braken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
overgeven, braken, vomeren, spugen, kotsen {ww.}
overgeven
braken
vomeren
spugen
kotsen {ww.}

ik braak
jij braakt
hij/zij/het braakt

ik geef over
jij geeft over
hij/zij/het geeft over
» meer vervoegingen van overgeven

Ik moest overgeven.
Ik moest overgeven.
De inbrekers braken 's nachts in bij de bank.
De inbrekers braken 's nachts in bij de bank.
breken, knappen, stukgaan, uitraken, afbreken {ww.}
breken
knappen
stukgaan
uitraken
afbreken {ww.}

ik brak af
jij brak af
hij/zij/het brak af

ik brak
jij brak
hij/zij/het brak
» meer vervoegingen van breken

Ik had een rare droom terwijl ik een uiltje aan het knappen was.
Ik had een rare droom terwijl ik een uiltje aan het knappen was.
Je moet je beloftes niet breken.
Je moet je beloftes niet breken.
breken {ww.}
breken {ww.}

ik brak
jij brak
hij/zij/het brak

ik brak
jij brak
hij/zij/het brak
» meer vervoegingen van breken

Het ijs zal breken onder je gewicht.
Het ijs zal breken onder je gewicht.
Hackers breken zonder toestemming in computers in.
Hackers breken zonder toestemming in computers in.
breken {ww.}
breken {ww.}

ik brak
jij brak
hij/zij/het brak

ik brak
jij brak
hij/zij/het brak
» meer vervoegingen van breken

Je kan geen omelet maken zonder eieren te breken.
Je kan geen omelet maken zonder eieren te breken.
breken, doorbreken, verbreken, stukbreken, schenden, afbreken {ww.}
breken
doorbreken
verbreken
stukbreken
schenden
afbreken {ww.}

ik brak af
jij brak af
hij/zij/het brak af

ik brak
jij brak
hij/zij/het brak
» meer vervoegingen van breken

Zij probeerden het vijandelijk front te doorbreken.
Zij probeerden het vijandelijk front te doorbreken.
overgeven, spuwen, braken, spugen, vomeren, kotsen {ww.}
overgeven
spuwen
braken
spugen
vomeren
kotsen {ww.}
De boete voor spuwen bedraagt vijf pond.
De boete voor spuwen bedraagt vijf pond.
In Singapore is op de grond spuwen een misdaad.
In Singapore is op de grond spuwen een misdaad.


Gerelateerd aan braken

overgeven - vomeren - spugen - kotsen - breken - knappen - stukgaan - uitraken - afbreken - doorbreken - verbreken - stukbreken - schenden - spuwenuitspugen